Vrijdag 30 juli 2021
Ik was 41 weken en 1 dag zwanger en ik zat er helemaal doorheen. Mentaal (en lichamelijk) vond ik de 41 weken aantikken en voorbij gaan heel zwaar. Alsof het nooit vanzelf zou gebeuren. Mijn vorige bevalling was een inleiding, en ik was bang voor een herhaling.
Die dag haalde mijn moeder Joshua al vroeg in de ochtend op, zodat ik de hele dag rust zou hebben. Steven ging in de ochtend nog werken. De avond ervoor was de doula, Sophie, nog langsgekomen om me te masseren. Ik had de hele week al vrij intense voorweeën en daardoor slechte nachten – het allervervelendst was dat ik steeds alert was door de weeën en daardoor toch bezig was met ‘is dit het dan?’.
Ik was woensdag gestript. De weeën werden intenser en ik verloor mijn slijmprop, maar toen ik vrijdagochtend wakker werd zonder baby of startende bevalling was ik zo teleurgesteld. De pijn van de bekkeninstabiliteit was niet meer te doen.
Ik bleef in bed en maakte een plan voor mezelf: zaterdag zou ik weer gestript worden en zondag zou ik een controle in het ziekenhuis hebben. Misschien dat maandag dan wel een goede dag zou zijn voor een inleiding…
Sophie zou bijna op vakantie gaan en ik zou dan een andere doula bij mijn bevalling hebben. Hoewel ik vertrouwen had dat Sophie een gepaste vervanger zou regelen, maakte het me toch onrustig. Een extra teleurstelling dat het zo lang duurde.
Mijn broer stuurde: ‘ik verwacht een baby vandaag, lang genoeg gewacht’.
Ja, mee eens.
Voorweeën… of…?
Steven kwam thuis en rond een uur of 3 aten we warm. Met wat moeite, want ik had alwéér last van voorweeën. We keken How I met your mother en tussendoor begon ik toch maar de rommelende weeën te timen, zoals ik al een paar dagen af en toe deed.
Tussen de eerste en tweede zat 13 minuten. Daarna 10 minuten. Ik nam het niet serieus, want het voelde hetzelfde als wat ik de hele week al voelde. Toch schoof ik mijn bord weg.
We gingen op bed liggen om te knuffelen. Ik moest me concentreren om rustig de weeën door te komen. Hm, voelt het misschien toch intenser?
Ik keek naar de timer. 7 minuten, ongeveer. Klinkt ook niet erg bijzonder. Maar toen moest ik naar de wc en zat ik daar ineens wel hele intense weeën te hebben die om de twee minuten kwamen.
Steven werd onrustig
Inmiddels had Steven door dat er toch wel wat gaande was. Hij keek naar de weeën die ik getimed had en toen ging er een knop bij hem om, want het ging van grapjes maken naar spullen pakken en ‘moeten we de verloskundige niet even bellen?’.
Vond ik een beetje voorbarig, want dit ging de hele week al zo. Toch?

Inmiddels was het 4 uur. Ik appte mijn moeder en doula over de situatie. Sophie stuurde me eerder op de dag dat er nog een vrouw met rommelende weeën was, en dat het kon zijn dat ze daarheen zou moeten. Ik stuurde haar een screenshot van mijn getimede weeën en toen bleek dat ze net bij de andere vrouw binnenstapte. Voor de zekerheid zou ze de vervangende doula, Chelsea, een berichtje sturen.
Ja hoor, zal je net zien!
Ze raadde me aan om de verloskundige te bellen en toen kwam bij mij het besef dat het mogelijk toch serieus aan de gang was. Gelukkig ging er bij mij om dat moment ook een knop om. Ik gaf me over. Ik gaf de controle op. Ik had vertrouwen dat wie er ook bij zou zijn, het zo moest zijn, en dat het goed zou komen.
Tranen van spanning en blijdschap
Steven belde de verloskundige. Ik ging op de yoga bal zitten. Ik had al een tijdje de TENS aangesloten en sinds mijn wc-bezoek ook echt nodig.
Het wiegen op de bal was fijn. De TENS gaf verlichting, opluchting, een beetje houvast. Ik kreeg zenuwachtige kriebels, alsof ik in een achtbaan zat die langzaam omhoog ging. Steven filmde me, we zaten samen een beetje te lachen, en ik moest ook ineens huilen.
Ik durfde nog steeds niet helemaal te geloven dat het écht begonnen was, bang voor de teleurstelling als het weg zou vallen. Maar toch… het voelde wel heel serieus. Ik keerde in mezelf wanneer er een wee was. Kwam weer terug op aarde als ‘ie weg ebde.
Mijn lichaam ging zachtjes, maar toch snel, in een soort overgave die ik alleen ken van bevallen.
Mijn lichaam kon tóch uit zichzelf een bevalling starten. Ik huilde vanwege spanning, zenuwen, maar vooral van geluk. Ik was zo, zó intens blij dat dit vanzelf mocht gaan. Dat ik dit mee mocht maken.
De verloskundige kwam, en ik wist van verhalen dat je weeën dan soms weg kunnen vallen. Daar was ik toch een beetje bang voor – vooral dat ze niet terug zouden komen, maar die angst was onterecht. Tussen de weeën door voelde ze hoeveel ontsluiting er was – wat ze overigens heel respectvol deed, en ik bedacht me hoe blij ik was dat ik deze keer zo’n lieve verloskundige bij me had.
‘Zo’n 3 a 4 centimeter. Super. We gaan naar het ziekenhuis.’
De verloskundige belde het ziekenhuis en vroeg of het bevalbad beschikbaar was. En dat was zo.
Oh man, ik was ZO blij! Ik wilde zo ontzettend graag in bad bevallen.
Ik appte mijn familie dat de bevalling begonnen was. Mijn broer antwoordde: ‘luistert nu al naar z’n oom’.
Naar het ziekenhuis
Er was een helderblauwe lucht en een mooi zonnetje, zonder dat het te warm was. Het was een uur of vijf. De TENS in mijn hand voelde als een soort reddingsboei, ik was zo blij met dat ding. De weeën waren echt intens nu, en tijdens een wee zweefde ik ergens niet op aarde. Ik liet me mee bewegen met iedere golf, terwijl mijn reddingsboei me hielp om mijn hoofd boven water te houden.
Tussen de weeën door was ik ontspannen, keek ik naar de lucht en de blaadjes aan de bomen. De playlist die ik voor tijdens de bevalling gemaakt had en mijn hele zwangerschap al luisterde stond aan.
Weeën opvangen in de auto is geen pretje, en de rit was gelukkig kort, maar toch vond ik het wel wat hebben. Ik was onderweg, op meerdere manieren. De omgeving was mooi, Steven zat naast me, en ik… voelde me blij. Ik had er zin in.
Bij de ingang van het ziekenhuis stonden we even te stoeien met de rolstoel – weeën opvangen in zo’n hard oncomfortabel ding is trouwens nog vervelender dan een hobbelige auto rit.
De verloskundige voegde zich bij ons en we gingen naar dezelfde verdieping waar Joshua ook geboren is.
De bevalkamer was ruim, het bad mooi. Ik probeerde me meteen op m’n gemak te voelen, voor me te zien hoe mijn baby in deze kamer geboren zou worden, maar… er was een verpleegkundige die het me moeilijk maakte.
Bij Joshua’s bevalling had ik al opgemerkt dat ik extreem gevoelig ben voor sfeer en de energie van de mensen om me heen tijdens een bevalling. Geen idee of dat voor iedere vrouw zo is, maar ik kan me voorstellen van wel. Je bent zowel extreem krachtig als extreem kwetsbaar. De sfeer, de energie die andere mensen mee nemen naar de plek waar jij veilig je kindje ter wereld wil brengen is zo belangrijk.
De verpleegkundige voelde voor mij star en chagrijnig aan. Ze nam mijn bloeddruk op en zette het infuus tijdens een wee, iets wat niet had gehoeven, en ze maakte wat stomme opmerkingen. Ik merkte meteen dat ik meer pijn had tijdens de weeën en sloot me af.
De verloskundige fluisterde me toe dat de verpleegkundige straks de kamer zou verlaten, en greep in toen de verpleegkundige moeilijk begon te doen over het in bad bevallen (in verband met het infuus, hoewel ik nog steeds niet begrijp waarom, want als je je hand boven water houdt is er niets aan de hand).
Chelsea kwam erbij
Inmiddels was Chelsea ook gearriveerd. Er was maar een kort moment nodig om in te schatten wat voor persoon ze was. Ze kwam de kamer binnen en haar energie was zacht, warm, voorzichtig, en ik mocht haar meteen. Het was even een beetje onwennig om kennis te maken terwijl ik weeën zat weg te puffen en er nog een stoorzender (de verpleegkundige) aanwezig was.
Chelsea komt oorspronkelijk uit Amerika en hoewel ze best Nederlands verstaat en kan spreken, was Engels een heel stuk makkelijker voor haar. Vooraf maakte ik me een beetje zorgen of dat vervelend zou zijn tijdens een bevalling, maar het ging allemaal vanzelf.
Tijdens een wee begon ze me voorzichtig te masseren en vroeg ze ‘is this okay?’. Volgens mij heeft ze alles verder op gevoel gedaan, want ze voelde me goed aan. Haar aanwezigheid was zo fijn.
Chelsea en de verloskundige begonnen spulletjes klaar te zetten en de kamer te versieren. Mijn diffuser en zoutlampen werden neergezet, en mijn affirmatiekaarten en het lichtsnoer werden op de muur voor het bad vastgemaakt. Dat zorgde voor een verandering in sfeer, de kamer ging van onpersoonlijk naar knus. Absolute aanrader als je in het ziekenhuis wil of moet bevallen. Mijn verloskundige had zelf ook elektrische kaarsjes mee die ze rondom het bad neerzette.
Ik pakte het leeuwenknuffeltje van Joshua uit de tas, het knuffeltje wat ik ook mee had naar het ziekenhuis tijdens zijn bevalling. Ik begon te huilen en Steven knuffelde me. Dat knuffeltje was op dat moment zo ontzettend belangrijk voor me. Het voelde als afscheid nemen van de tijd alleen met Joshua, en ik mistte hem.

Het bad in
Het infuus was aangekoppeld. Ik kreeg antibiotica omdat ik GBS positief getest was – om deze reden moesten we ook een paar uurtjes in het ziekenhuis blijven na de bevalling.
Rond half 6 ging ik het bad in. Het kostte me even moeite om afscheid te nemen van mijn geliefde TENS, maar het water was ook fijn.

Ik moet wel zeggen: ik had vooraf gedacht dat het water meer pijnstillend zou zijn. Dat lees ik tenminste vaak. Zelf ervaarde ik dat eigenlijk niet: het was vooral heel fijn om in het water te bewegen (zeker met bekkeninstabiliteit), en ik hou sowieso van water wanneer ik pijn heb of wil ontspannen. Maar bij mij werden de weeën heel rap juist héél intens zodra ik in het water zat en ervaarde ik geen pijnstillend effect (misschien wel als ik eruit was gegaan en de weeën ‘op het droge’ had ervaren op dat moment).

Het lukte me niet helemaal om één bepaalde houding te vinden waarin ik me echt kon ontspannen. Misschien kwam dat doordat de weeën toch vrij snel en hevig kwamen. Niet zoals bij de bevalling van Joshua, toen ik een weeënstorm had. Ik vond het heel bijzonder om mee te maken hoe het is om even adempauze te hebben tussen de weeën door, zelfs al is het maar een minuut. Wat een wereld van verschil! Bij de bevalling van Joshua liepen de weeën in elkaar over en had ik aan één stuk door pijn, waar ik tijdens de bevalling van Lucas ook even kon lachen of kon vragen om wat te drinken (APPELSAP, ik heb wat pakjes appelsap gedronken!).
Ook moest ik mijn hand met het infuus natuurlijk boven water houden.
Ik probeerde wat verschillende houdingen (wijdbeens op mijn knieën leek me vooraf een goed idee maar was zó ongelooflijk intens dat ik dan de weeën bijna niet op kon vangen). Ik kwam toch iedere keer weer in een half liggende positie terecht, of met mijn billen op het opstapje zodat ik iets minder diep in het water zat. Uiteindelijk bedacht ik me: ik heb het gewoon véél te warm joh.
De verloskundige deed er wat koud water bij en Chelsea zorgde ervoor dat ‘the cloth of joy’ heerlijk koel bleef en steeds over me heen gelegd werd. Volgens mij was het een hemdje van haarzelf, maar jemig, ik was zo blij met het koele stuk stof.

Mijn playlist stond op. Af en toe hoorde ik Chelsea zachtjes mee zingen. Steven was lief en rustig. Ik had half verwacht dat hij, net zoals de eerste keer, veel grapjes zou maken. Maar ik denk dat de sfeer daar gewoon niet om vroeg. Het was rustig, sereen, zacht. De verloskundige hield zich op de achtergrond. Af en toe kwam ze even naar me toe, zei ze zacht en met een glimlach hoe goed ik het deed. Steven knuffelde me, hielp me met drinken, gaf me kusjes, en Chelsea verzorgde me met the cloth of joy en bemoedigende woorden.

Tussen de weeën door maakte ik contact met Lucas, legde ik mijn hand op mijn buik. Ik wilde me bewust zijn van dit bijzondere moment, waar hij nog in mijn buik zat terwijl hij op weg was naar earthside.
Vertrouw maar
‘It’s so intense,’ zei ik op een gegeven moment. Ik begon moeite te krijgen om niet weg te glippen in onzekerheid. Het was zó heftig. Twijfels of ik het wel kon braken af en toe door mijn bubbel heen. Hoe lang kon ik dit volhouden, als het nu al zo heftig was? Kon ik dit nog uren doen?
Als het nu al zo pijnlijk is… ik ben toch pas net begonnen?
Het waren maar korte momenten dat ik die twijfel voelde, en ik dwong ze iedere keer opnieuw weg. Het ene moment ging dat goed, het andere moment kostte me dat veel.
Ineens werd ik bang dat mijn ruggenprik bij Joshua’s bevalling destijds wel had gewerkt. Toen had ik zoveel pijn, en ik begon nu te twijfelen of dat maar het tipje van de zeer pijnlijke ijsberg was.
Ik was bang om vertrouwen te hebben dat ik nu gewoon al een heel eind op weg was.
‘It’s so intense.’
‘I wouldn’t know,’ antwoordde Chelsea. ‘You are so strong.’
Achteraf vertelde ze me dat ik het allemaal zo goed opving. Dat ze niet kon zien hoe heftig het was. En hoewel het misschien niet duidelijk te zien was, deed iedereen toch precies wat ik nodig had. Ze was lief, ontspannen, zacht, en ze zei precies op de juiste momenten de juiste woorden.
Steven bleef continu dicht bij me en in contact. Zijn hand in de mijne, zachtjes over mijn hoofd of schouders. Hij zei dat hij trots op me was.
Chelsea en de verloskundige verzekerden me er allebei van dat alles wat er gebeurde compleet normaal was, ook al vroeg ik daar niet om. Ook al was ik niet in paniek. De manier waarop ze dat deden voelde niet gespannen aan. Het voelde meer als een duwtje in de rug, zo van: vertrouw maar.
‘Ik voel hem omlaag zakken,’ zei ik aarzelend.
Achteraf vind ik het… nou ja, ik wil zeggen: jammer dat ik niet volledig op mijn gevoel durfde te vertrouwen. Want ik twijfelde of het allemaal wel zo snel kon gaan.
Maar ik zou niets veranderen aan hoe mijn bevalling is gegaan, en welke gevoelens ik had. De bevalling zat vol met wijze lessen en het hoeft allemaal niet ‘perfect’ te gaan om een mooie bevalling te hebben. Ik vond mijn bevalling van Joshua ook prachtig, en dat was echt een lijdensweg afleggen.
Een lijdensweg was het deze keer absoluut niet, ondanks de pijn en intensiteit.
Af en toe probeerde ik nog even een andere houding, zoekende naar een positie waarin ik de weeën makkelijker kon opvangen. Geen enkele positie voelde echt *fijn*, maar uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat zittend of half liggend het beste voor me werkte.

Er was een moment dat de weeën in intensiteit af namen. Ergens ver weg bedacht ik me dat dit de stilte voor de storm was, dat dit mijn lichaam was die me even rust gaf voor het grote werk. Ook daarin durfde ik mezelf niet volledig te vertrouwen, bang dat ik het niet aan zou kunnen als het toch veel langer zou duren. Ik kwam langzaam op het punt dat ik dacht: ik weet niet hoe lang ik dit nog vol kan houden.
Ik zei tegen mezelf dat dat een teken is dat het bijna voorbij is. Als je denkt niet meer te kunnen, dan ben je bijna klaar.
Maar wat als dat niet zo is? Kan ik dit echt?
Achteraf zei Chelsea dat ik zo rustig lag dat ze even twijfelde of ik in slaap gevallen was. En ik was inderdaad heel ontspannen op dit punt. Ik lag in het water, met mijn hoofd op de rand van het bad, en visualiseerde (net zoals tijdens de weeën) dat ik in een prachtige oceaan rond dobberde.
Helende ervaring
De verloskundige kwam bij me staan. Ik zei dat ik de behoefte voelde om een beetje mee te persen. Eigenlijk zocht ik naar haar goedkeuring, verwachtte ik half dat ze wilde controleren of dat mocht, maar ze glimlachte en zei: ‘doe maar wat je lichaam je vertelt’.
Volgens mij vroeg ze op dit punt of ze de hartslag van de baby mocht controleren, en dat is de enige controle die verder gedaan is. Wat een verschil met mijn eerste bevalling. Ik vond het fijn dat ik in mijn bubbel gelaten werd, en dat ze vooraf had verteld hoe ze me ook zonder storen in de gaten kon houden. Daardoor voelde ik me heel veilig.
Langzaam, beetje bij beetje, durfde ik toe te geven aan wat ik voelde. Vol verbazing constateerde ik dat ik inderdaad persweeën had, dat mee persen als een enorme opluchting voelde – en jemig, wat is het fijn als je persweeën niet op hoeft te vangen maar echt profijt hebt van de enorme kracht daarachter! Waanzinnig dat ik het deze keer niet eigen kracht hoefde te doen, maar mee kon gaan met deze oerkracht die vrij kwam.
‘Je kindje komt eraan,’ zei de verloskundige. Ik hoorde aan haar toon dat ze glimlachte. Zij had veel meer vertrouwen dan ik dat het nu echt snel zou gebeuren. Ja, daar was weer de twijfel. In gedachten vergeleek ik het steeds met mijn eerste bevalling, en weet je: ik denk dat het daarom ook zo mooi is dat ik deze keer ook wat onzeker was. Het was enorm helend.
Deze ervaring was zo mooi, zo intens, en liet me nog meer inzien hoe ongelooflijk sterk ik was tijdens mijn eerste bevalling. Hoe goed ik toen alles had aangevoeld, ondanks dat ik dat vertrouwen niet kreeg van de verpleging en verloskundige die er toen bij waren.
‘Vrouw, wat doe je het goed,’ fluisterde ze.
De weeën waren zo intens. Zó heftig. Het voelde alsof ik aan mijn max zat, dat ik het echt niet langer kon volhouden, en toen voelde ik dat het allemaal klopte. Mijn baby kwam er echt bijna aan. Het persen ging goed. Vol verbazing constateerde ik dat ik het echt allemaal goed voelde.
Het vertrouwen kwam.
Vooraf had ik me bedacht dat ik wilde proberen of ik mijn baby ‘eruit kon zuchten’, zoals ik wel vaker heb gelezen. Om mijn baarmoeder al het werk te laten doen. Maar ik moest mee persen. Dat is het enige wat goed voelde, wat verlichting gaf voor dat overweldigende pijnlijke ongemakkelijke gevoel van persweeën.
Steven hield mijn hand vast.

Volgens mij was het de verloskundige die me aanmoedigde om even te voelen. De energie in de kamer veranderde naar enthousiasme – en ik wist dat het hoofdje bijna stond.
‘Ik weet het,’ zei ik, niet in staat om van positie te veranderen. Het was té intens, ik had al mijn kracht en concentratie nodig. Ja, het deed zeer, maar het bijzondere aan bevallen is dat het voelt als een nuttige pijn. De pijn deze keer was zeker niet minder heftig dan bij mijn eerste bevalling, maar toch veel minder pijnlijk.
Er was geen lijden. Ook al voelde ik me soms onzeker, wist ik niet of ik het kon, voelde ik me toch heel krachtig, veilig en gesteund.
Twijfel flitste weer even door me heen: opnieuw vroeg ik me af of de ruggenprik bij Joshua’s bevalling destijds toch had gewerkt toen het hoofdje geboren werd. Ik heb die keer geen ‘ring of fire’ gevoeld en hem geboren laten worden deed weinig pijn, op het scheuren na.
De geboorte
Ik wist dat Lucas bijna geboren zou worden, en voelde toch heel even iets van angst voor de pijn. Ik accepteerde de angst. Gaf me over. Probeerde te luisteren naar wat mijn lichaam aan gaf, en niet als een idioot te gaan persen omdat ik van dit intense, ongemakkelijke gevoel af wilde zijn.
Rustig aan.
Mee bewegen op de golven.
En toen was zijn hoofdje geboren.
Geen ring of fire. Geen vreselijke pijn. Slechts een schaafwondje.
‘Voel maar!’
Ik ging met allebei mijn handen het water in, voelde, en wat er toen door me heen ging was onbeschrijflijk.
Het was ongelooflijk. Ik voelde zo’n kracht. Ik voelde zoveel liefde. Ik voelde me zo oer.
Mijn handen gingen voorzichtig rond zijn hoofdje en ik voelde de vliezen nog om hem heen zitten.
‘Hij zit nog in de vliezen,’ zei ik, onwijs onder de indruk. Ik vond het zo ontzettend gaaf.
Bij Joshua’s geboorte vond ik het vervelend dat er meteen aan hem getrokken werd zodra het hoofdje was geboren. Ik had tijdens de zwangerschap gevraagd aan de verloskundige hoe dat zat, of dat nodig was, of het anders kon.
Ik vond het heel fijn dat ik deze keer met rust werd gelaten, en tegelijkertijd het gevoel had dat ze in zou grijpen als het nodig was. Toch werd ik even een beetje onrustig toen ik niet meteen een perswee kreeg om het lijfje geboren te laten worden. Ik begon te duwen en ik denk dat de verloskundige dat zag, want ze zei: ‘wacht maar even, je hebt de kracht van je persweeën nodig’.
De rust keerde terug. En inderdaad, de volgende perswee werd zijn lijfje geboren. Met een enorme kracht trouwens! Steven zei achteraf dat hij schrok hoe Lucas ‘eruit schoot’.
Ik hoefde slechts een klein kwartier te persen.
Vooraf had ik me bedacht dat ik mijn baby rustig uit het water wilde halen, misschien zelfs nog even onder water wilde bekijken (zolang ze onder water blijven kan dat, ze krijgen zuurstof via de navelstreng), maar ik pakte hem toch meteen bij me. Ik trok hem naar me toe, zachtjes tegen me aan, en… wow.
Ondanks dat dit de tweede keer was, was ik even verbaasd als de eerste keer. Een baby. Mijn baby. Ik heb echt een baby gebaard.
Lucas.
Om 20:32 werd de wereld wederom een stukje mooier. Xavier Rudd speelde op de achtergrond.

Welkom, lieve Lucas Maarten
Ik weet niet meer precies wat ik allemaal heb gezegd. Waarschijnlijk een hoop ‘oh liefje’, ‘hallo lieverd’ en ‘wat ben je mooi’. Wat ik wel weet is dat ik zei: ‘I got you. Mama is er. Dat beloofde ik toch?’
De dagen voor de bevalling vertelde ik hem dat, namelijk. Dat hij het vast spannend vond om geboren te worden, maar dat ik er zou zijn. Dat ik beloofde dat we het samen zouden doen.
Ik vond hem zo waanzinnig mooi. En deze keer zag ik alles zoveel bewuster, was ik zo aanwezig. Deze keer zag ik wel hoe gek grijzig zo’n pasgeboren baby eruit ziet, hoe ze langzaam roze kleuren. Dat zei ik ook tegen Steven. ‘Nu snap ik wat je bedoelde met dat grijze aardmannetje’.
Alles ging meteen goed met Lucas. Hij huilde kort, genoeg om te weten dat alles goed ging, maar hij was zo rustig. Hoe hij reageerde op geboren worden paste bij de rest van de bevalling.
Sereen.
Inmiddels was er een verpleegkundige binnen gekomen (waarschijnlijk al toen Lucas geboren werd, maar daar was ik me niet van bewust). Achteraf hoorde ik dat het de eerste badbevalling die ze had gezien en ik voelde me trots. Het was zo mooi.
‘Nee, ze wil nog geen mutsje,’ hoorde ik de verloskundige zeggen. Daar wilde ik inderdaad even mee wachten, als alles goed ging.
Mijn pasgeboren baby kunnen bestuderen precies zoals hij geboren was. Precies zoals hij in mijn buik had gezeten.
Ik kan me jammer genoeg niet helemaal meer herinneren hoe er naar zijn naam werd gevraagd, maar ik weet wel hoe bijzonder het voelde om die naam eindelijk met de buitenwereld te delen.
Lucas.
Volgens mij keek ik Steven glimlachend aan. ‘Lucas Maarten.’
Steven aaide mij, streelde het voetje van Lucas. Hij keek verwonderd, ontroerd, sprak en bewoog voorzichtig en zacht.

De verloskundige liet me voelen dat de navelstreng uitgeklopt was, en ik concentreerde me op het moment dat Steven de navelstreng doorknipte. Dat wilde ik goed mee krijgen.
Bloedverlies
‘Je verliest veel bloed.’ Dat brak mijn bubbel wel even. Vooral omdat ik nog goed wist hoeveel invloed dat op me had bij mijn eerste bevalling, toen ik ook te veel bloed verloor. De verloskundige vroeg of ze me oxytocine mocht geven (ja) en stelde voor om Lucas aan Steven te geven, huid op huid, zodat ze mij kon controleren en uit bad kon helpen.
Vond ik moeilijk. Vooral omdat ik niet goed mee kon krijgen hoe Lucas bij Steven lag. Ik maakte me zorgen om het bloedverlies.
De verloskundige vroeg me om nog even te persen, om te zien of de placenta dan geboren zou worden. Dat lukte niet.
Ik dronk nog wat appelsap voordat ik heel voorzichtig overeind kwam en uit het bad stapte. Ik werd op bed geholpen en daar lukte het wel om de placenta eruit te duwen. Net zoals bij mijn eerste bevalling wilde ik de placenta zien (ik heb er zelfs een foto van – rustig maar, ik zal ‘m niet delen, maar jemig wat is het vrouwenlichaam waanzinnig).

Volgens mij was de verloskundige daarna snel tevreden over het bloedverlies, hoewel ik wel zo’n 800ml verloren was.
Lucas werd bij me gelegd. Ik was, meteen, intens verliefd en dolblij om hem weer vast te houden. Chelsea aaide hem en zei: ‘wow, he is so soft! The softest baby I’ve ever felt.’
De verpleegkundige en Chelsea probeerden te helpen om Lucas aan te leggen, maar hij was te misselijk om goed aan te happen.
Steven maakte een foto van mij met Lucas om naar onze families te sturen. Ik wilde graag mee kijken met wat hij schreef, omdat ik alles in me op wilde nemen. Ik was zo helder deze keer. Ik wilde álles zien, alles voelen.
We werden met rust gelaten voor de ‘golden hour’. We waren voor het eerst met z’n drietjes. Het was bijzonder, fijn, en ik werd overdonderd door blijdschap en opluchting.
Omdat het allemaal zo mooi en zo goed was gegaan. Het was zo’n mooie bevalling. Alles ging goed met Lucas. Hij was zelfs in de vliezen geboren – waanzinnig mooi, en een extra bescherming in verband met de GBS. De bevalling was uit zichzelf begonnen. Ik had zelfs het bad tot mijn beschikking.
Ik was zo dankbaar voor hoe alles was gegaan.
‘Ik wist niet hoe lang ik het nog vol kon houden’ zei ik tegen Steven. ‘Maar toen was hij er gelukkig bijna.’

En… ik miste Joshua. We moesten sowieso nog een nachtje blijven om Lucas in de gaten te houden, en dat vond ik best moeilijk. Puur omdat ik Joshua bij me wilde hebben. Ik had vooraf niet gedacht dat het me zo zwaar zou vallen, want verder vond ik het niet erg om in het ziekenhuis te overnachten.
We keken naar Lucas. Knuffelden hem en elkaar. We hadden het over de bevalling, hoe het was gegaan, en beantwoorden berichtjes van onze familie en enkele vrienden. Steven belde zijn ouders.
Ik voelde me volmaakt gelukkig.
Inmiddels waren we twee uur of langer verder, en begon ik het wel te voelen. Het instorten. Het bibberige. Steven haalde de verloskundige en zij kleedde Lucas aan terwijl ik wat probeerde te eten (lukte niet echt).
Hij was 3535 gram en 48,5 cm.
We werden door een verpleegkundige naar een andere kamer gebracht, ik in rolstoel, en ze hielp me verschonen en aankleden.
De nacht was heel onrustig voor mij. Ik had veel te veel adrenaline door me heen gieren waardoor ik niet kon slapen, en Lucas moest iedere drie uur gecontroleerd worden. Vanwege de GBS, maar ook omdat hij net op het einde nog in het vruchtwater had gepoept. Alles was gelukkig verder helemaal oké.
We hadden het zoutlampje op onze kamer aan, wat voor fijn knus gevoel zorgde. Ik was enorm hijgerig als ik op stond, vermoedelijk van het bloedverlies, maar in de ochtend lukte het om even te douchen.
Lucas werd gezond verklaard en we mochten naar huis.

Joshua en Lucas
Thuis kon ik niet wachten tot Joshua er was. We hadden aan mijn moeder en haar man gevraagd of ze even beneden wilden wachten, zodat Joshua als eerste zijn broertje kon ontmoeten.
Hij was enthousiast, vooral blij om ons te zijn, en… wierp slechts een korte blik in het wiegje voordat hij naar zijn speelgoed rende.
Een moment later kwam hij weer kijken en zei hij verwonderd: ‘baby!’.
Mijn twee kinderen, Joshua en Lucas. De onrust die ik voelde zakte. Ik was weer compleet.
Het was een prachtige ervaring, eentje die ik voor geen goud had willen missen. Wat ik ook niet had willen missen was de fantastische zorg van mijn verloskundige (van verloskundigen aan de maas) en de immense steun die ik had aan Sophie en Chelsea.
De foto’s die tijdens de bevalling zijn gemaakt heb ik te danken aan Sophie en Chelsea.